
Erik ten Broeke
EMDR, CGT, COMET
Bij de behandeling van angststoornissen geniet Exposuretherapie de sterkste wetenschappelijke ondersteuning. Niettemin blijkt behandeling met exposure in vivo minder effectief dan wenselijk is. Rond 50% van de behandelde angstpatiënten knapt er voldoende van op. Dat is de reden dat Craske en collega’s bepleiten dat in de therapeutische praktijk (veel) meer gebruik gemaakt zou moeten worden van de huidige wetenschappelijk kennis met betrekking tot het werkingsmechanisme van exposuretherapie, met name inhibitorisch leren. In het verlengde daarvan is een scala aan adviezen voor het maximaliseren van Exposuretherapie geformuleerd. Deze adviezen worden kritisch tegen het licht gehouden in termen van wetenschappelijk fundering en uitvoerbaarheid.
In deze workshop wordt stilgestaan bij de klinische relevantie van de theorie van inhibitorisch leren en hoe deze bijdraagt aan het optimaal uitvoeren van Exposuretherapie. Daarnaast wordt de conceptualisatie in termen van de zogenoemde ‘Lines of Defense’ van vermijding(sgedrag) en veiligheidsgedrag besproken. Centraal bij dit alles staat steeds de verbinding tussen de theorie en de klinische praktijk. Tot slot passeert de relatie tussen Exposuretherapie en het verzwakken van zogenoemde flashforwards de revue.
Het doel:
Het optimaal kunnen toepassen van exposure (in vivo) bij patiënten met angststoornissen.
EMDR, CGT, COMET
Nascholingscursus | 7 |
Bij- en nascholing | 6 |
De cursusdag is bedoeld voor therapeuten die 1) werken met angstpatiënten, 2) gebruik maken van exposuretherapie en 3) in enige mate bekend zijn met het conceptuele kader van exposuretherapie in het algemeen en de daarbij gebruikte terminologie in het bijzonder.
Vooropleidingseis: Afgeronde Basiscursus CGT of CGW
Zie onze annuleringsvoorwaarden.